top of page

Van De aanslag (1917) tot Prutske (1922)

bio_van_de_aanslag_tot_prutske_clip_imag

Prutske, titeluitgave van 1e druk (na 1935). Omslagillustratie van Elza van Hagendoren.

De eerste jaren na de oorlog waren voor Streuvels een stille, lusteloze tijd. Hij was ontgoocheld en wantrouwig geworden. Aan Mane de Bom schreef hij in 1921: ‘Ik heb het geloof, de hoop en de liefde in de mensen verloren. Gelukkig […] dat er nog bomen zijn en beesten en kinders en lucht en wolken, anders gaf ik mijn ontslag.. Ter verstrooiing reisde hij veel in binnen- en buitenland Aan oorspronkelijk werk kwam hij nauwelijks toe. Toch voltooide hij in de nazomer van 1919 deel I van zijn bewerking van Genoveva van Brabant. Deel II verscheen in 1920.

​

Een lichtpunt in de sombere oorlogsjaren was de geboorte van Streuvels’ tweede dochter, Dina (24 februari 1916). In de jaren na de oorlog tekende hij de wereld en de psyche van de speelse kleuter uit in zijn bekende en veelgelezen boek Prutske (1922). Het boek verscheen bij zijn Amsterdamse uitgever L.J. Veen. Een titeluitgave werd (na 1935) uitgegeven door de Kortrijkse uitgeverij Zonnewende.

​

Tussendoor pleegde hij wat vertaalwerk en werd wat kleiner werk dat reeds vroeger in tijdschriften was verschenen, apart uitgegeven. Twee van de vertalingen uit die tijd werden in  boekvorm uitgebracht. In 1921 verscheen nog een nieuwe versie van zijn Reinaert-bewerking.

​

In 1922 werd voor het eerst werk van Stijn Streuvels gedrukt en uitgegeven bij de Drukkerij-Uitgeverij Lannoo te Tielt.

​

Al duurt het nog enkele jaren, toch geraakt Streuvels stilaan weer op dreef. In 1921 maakte hij werk van de redactie van een 17-delige volksuitgave van vroeger verschenen werk. Hij genoot weer van het leven, maakte met vrienden enkele reizen in binnen- en buitenland, verbleef enkele weken in Damme (1921) in gezelschap van zijn goede vriend de kunstschilder Emmanuel Viérin, en in Sluis (1922).

Op 13 december 1922 werd Streuvels’ jongste dochter Isa geboren.

bottom of page