top of page

Genoveva van Brabant (1919-1920)

bio_genoveva_van_brabant_clip_image002.j

Sigfried neemt afscheid van Genoveva en trekt ten strijde. Illustratie door F. Vercnocke in De schoone en stichtende historie van Genoveva van Brabant, [2e uitgave] (1951)

Al sinds het begin van de oorlog werkte Streuvels intensief aan het hertalen van deze middeleeuwse legende. In september 1919 trok hij daartoe op studiereis naar Duitsland en Oostenrijk en hij documenteerde zich met een paar tientallen vroegere edities en studies over dit veel verspreide volksverhaal.

De intrige, een verhaal van huwelijkstrouw en passie, heeft verre wortels in de diepe Middeleeuwen. Overgeleverd werd de legende vermoedelijk rond 1400 door een monnik voor ’t eerst teboekgesteld. Er volgden talloze varianten en toneelbewerkingen. In 1634 verscheen L’innocence reconnue ou vie de Sainte Geneviève de Brabant van de Franse jezuïet René de Cerisiers, dat tot op vandaag als het basiswerk wordt beschouwd. Streuvels bezat die eerste uitgave en een in 1743 te Antwerpen uitgegeven Nederlandse vertaling van dit werk.
 
Wat door Streuvels als een volksboekje bedoeld was, groeide naderhand uit tot een lijvige roman. Met zijn Reinaertbewerkingen was deze uitgave veruit de belangrijkste bewerking die Streuvels (deze keer niet als ‘tussendoortje’) ooit uitgaf. In 1920 reduceerde hij de tweedelige versie (van 1919-1920) tot een ‘volksuitgave’ die in 1921 voor ’t eerst werd uitgebracht onder de titel De Schoone en Stichtelijke Historie van Genoveva van Brabant.

bottom of page