top of page

Van Land en leven in Vlaanderen (1923) tot
Het leven en de dood in den ast (1927)

bio_van_land_en_leven_in_vl_clip_image00

Stijn Streuvels (omstreeks 1927).
Foto Gaston Gyselynck (verzameling P.T.).

Reeds van in zijn Avelgemse tijd had Streuvels heel wat belangstelling aan de dag gelegd voor het socio-culturele leven in Vlaanderen. Hij reisde veel door het Vlaamse land, dikwijls ook per fiets (hij was een verwoed fietser) en verbleef soms wekenlang op een vaste stek van waaruit hij de omgeving verkende. Goede fotograaf als hij was maakte hij ontelbaar veel foto’s, ook van personages (die hij later in zijn literair werk liet figureren). Op verzoek van Max Rooses schreef hij in 1910 een uitgebreid opstel Veld en dorp, een studie over het dorpsleven in Vlaanderen en in 1913 verscheen van zijn hand De landsche woning in Vlaanderen, een inventaris van wat op het vlak van de woningbouw als typisch of merkwaardigs in Vlaanderen aanwezig was. In 1923 publiceerde hij het monumentale Land en leven in Vlaanderen, een herwerkte en uitgebreide heruitgave van beide titels.

​

In 1924 verscheen Herinneringen uit het verleden, een bundeling oorspronkelijke opstellen, reisindrukken en autobiografische bijdragen die reeds vroeger in uiteenlopende tijdschriften opgenomen werden.


In augustus1924 ging hij in gezelschap van een drietal vrienden per sloep op rondvaart door het Noorden van West- en Oost-Vlaanderen. Streuvels rapporteerde deze memorabele boottocht in een boekje dat onder de titel Op de Vlaamsche binnenwateren in 1925 uitgegeven werd.

​

Verder publiceerde hij in die jaren een bewerking van Tristan en Isolde (1924) en, onder de titel Waarom ik Vlaanderen liefheb (1926), een vertaling van Pourquoi j’aime la Flandre van Georges Blachon.

​

In september 1925 reisde hij met hetzelfde drietal Kortrijkse vrienden naar Parijs en Normandië.

​

In 1926 is hij literair weer helemaal terug. In het periodiek Groot Nederland verscheen, gedateerd ‘meimaand 1926’, in twee afleveringen, de novelle Het bleven en de dood in den ast, voor velen zijn absolute meesterwerk, een prozastuk van Europees formaat.

​

Vanaf november 1926 tot april 1932 verschenen bij de Kortrijkse Drukkerij-Uitgeverij De Eikelaar, op tekst van Stijn Streuvels, nog 8 didactisch-publicitaire opstellen in evenveel aparte uitgaven. Behalve deze reeks verschenen bij dezelfde uitgever nog een tweetal uitgaven (zie bibliografie van Stijn Streuvels).  

​

In de herfst van hetzelfde jaar werd, in aparte uitgaven voor Vlaanderen en voor Nederland, onder de titel Werkmenschen een nieuwe bundel uitgegeven. Naast het reeds vroeger in boekvorm verschenen De werkman (1913) en een nieuw kerstverhaal Kerstmis in  Niemandsland werd ook Het leven en de dood in den ast opgenomen. Merkwaardig genoeg kende Werkmenschen slechts één herdruk (1930). In 1944 werd Het leven en de dood in den ast voor het eerst apart uitgegeven. Er volgden een vierentwintigtal heruitgaven, waaronder enkele met een bijgaand, speciaal voor het onderwijs bestemde, hulpboekje.

bottom of page