Een vreemde dag. Stijn Streuvels’ ‘De blijde dag’.
onder redactie van Marcel De Smedt
Jaarboek 25 van het Stijn Streuvelsgenootschap 2019.
Kortrijk: Stijn Streuvelsgenootschap, 2019. - 277 p.
Lenteleven
De ontstaansgeschiedenis van Lenteleven (1899) is een apart verhaal. De Maldegemse uitgever van de Duimpjesuitgave, Victor de Lille, komt de eer toe het allereerste boek van Stijn Streuvels te hebben uitgegeven. De Gentse graficus, ontwerper en kunstdrukker Jules de Praetere had door eindeloos getalm met het drukken op handpers van een luxe-uitgave, zijn kans verkeken. De editie bij De Lille zorgde echter voor heel wat commotie. In het (goed bedoelde) nawoord van zijn uitgave noemde hij ‘Stijn Streuvels de enige, de enige goede, realistische schrijver in Vlaanderen’. Dit predikaat miste zijn uitwerking niet, en vooral vanuit katholieke hoek kwam
harde kritiek. Die kritiek bleef niet zonder kwalijke gevolgen voor Streuvels. In Avelgem waarschuwde een parochiepriester de bevolking voor de bedenkelijk zeden in Streuvels’ geschrijf. Moeder Louise en haar broer Guido Gezelle waren erg ongerust en bezorgd om de morele gezondheid van Frank. In Brugge moesten alle seminaristen (een honderdtal) hun exemplaar van Lenteleven indragen bij hun overste. In een brief aan een vriend (de priester C. Delaere) schrijft Streuvels op 1 april 1899:
​
‘Ik heb reeds verscheidene malen gehoord dat ze mij willen catalogeren als 'De realist van Vlaanderen': ik hou daar niet aan. Ik ga onder geen vaantje. Realisme en naturalisme zijn domme woorden zonder zin. Ge weet zowel als ik: indien een schrijver wilde Realist zijn, hij met de grauwelijkste dingen op te schrijven die rond hem gebeuren nog verre beneden de waarheid zou blijven. Die gezond werk wil maken schrijft niet 't geen hij wil maar 't geen hij kan! Al 't ander is stelseltjes-literatuur.’
​
Met zijn eersteling Lenteleven kwam Streuvels in elk geval in de belangstelling, ook in Nederland, van lezers en critici. Zowel negatieve als positieve kritiek sprak uit de vele recensies. Lenteleven kende, na nog een paar kleinere oplagen in handpersdruk van Jules de Praetere, spoedig enkele herdrukken (1902, 4e; 1905, 5e, 1913, 6e, enz, tot 1987, 16e). Drie van de kortverhalen, De witte zandweg, Op den dool en Een ongeluk zijn opgenomen in het 7e jaarboek van het Stijn Streuvelsgenootschap. Lenteleven is trouwens het hoofdthema van dit jaarboek.
​
De studie van Lenteleven vormt het hoofdthema van het 7de Jaarboek van het Genootschap