Een vreemde dag. Stijn Streuvels’ ‘De blijde dag’.
onder redactie van Marcel De Smedt
Jaarboek 25 van het Stijn Streuvelsgenootschap 2019.
Kortrijk: Stijn Streuvelsgenootschap, 2019. - 277 p.
Ontstaansgeschiedenis van Lenteleven
Lenteleven, 2e druk (1901) bij Jules de Praetere.
Op aanraden van zijn vriend Emmanuel de Bom, wilde Streuvels enkele van de kortverhalen die hij tot dan toe her en der in tijdschriften had gepubliceerd, bundelen en in boekvorm uitgeven. Het vinden van een geschikte uitgever was in het Vlaanderen van toen niet zo makkelijk. In eerste instantie ging Streuvels een akkoord aan met Jules de Praetere. De Praetere zou een door hemzelf versierde en op handpers gedrukte prachtband uitgeven. Het ontwerpen, drukken en inbinden van het boek sleepte echter zo eindeloos lang aan tot Streuvels, het wachten moe, zijn geduld verloor en een tweede akkoord aanging, deze keer met de Maldegemse drukker en uitgever Victor de Lille. De Lille was uitgever van de krant ‘’t Getrouwe Maldeghem’. Sinds enige tijd was hij gestart met een populaire reeks, de ‘Duimpjesuitgave’, waarin hij, door streekgenoten geschreven, romans en non-fiction literatuur uitgaf. De Lille slaagde erin, binnen luttele weken na het sluiten van het contract met Streuvels, toepasselijk in de lente van 1899, de eerste druk van Lenteleven, nr. 12 in de Duimpjesuitgave uit te brengen.
Meer over Victor de Lille, Jules de Praetere en de ontstaansgeschiedenis van Lenteleven: zie Paul Thiers, ‘Hebt gij geen lust uw novellen te verzamelen?’ Over de ontstaansgeschiedenis van Lenteleven. Zie: ‘Ik was een versnoekte kwâjongen in mijn tijd’ in: Jaarboek 7 van het Stijn Streuvelsgenoootschap 2001, onder redactie van Marcel de Smedt, Tielt, Lannoo, p. 67-103.