Een vreemde dag. Stijn Streuvels’ ‘De blijde dag’.
onder redactie van Marcel De Smedt
Jaarboek 25 van het Stijn Streuvelsgenootschap 2019.
Kortrijk: Stijn Streuvelsgenootschap, 2019. - 277 p.
1914‑1918, In oorlogstijd
In oorlogstijd in extenso
W.O. I bracht voor Streuvels niets dan ellende. De oorlog deprimeerde hem en verlamde zijn creativiteit. Bij het begin van de vijandelijkheden vluchtten zijn vrouw en kinderen naar Amsterdam (van oktober 1914 tot februari 1915). Later (eind oktober 1918) werd Het Lijsternest bij beschietingen zwaar beschadigd. Van het ‘oorlogsdagboek’ dat hij bijhield, werden onder de titel In oorlogstijd. Uit het dagboek van Stijn Streuvels, in maandelijkse afleveringen, bij zijn Amsterdamse uitgever L.J. Veen, vijf deeltjes uitgebracht. Het duurde echter geen tijd of Streuvels werd, doorgaans vanuit de hoek van naar Nederland gevluchte Vlamingen, zwaar op de korrel genomen. Er ontstond een heftige polemiek in diverse dagbladen en tijdschriften. Streuvels ergerde zich mateloos.
​
Tot spijt van zijn uitgever stopte hij in februari 1916 de uitgave van het journaal. Vele jaren later, in 1972, verscheen het dagboek toch in extenso.
​
In februari 1915 kwamen vrouw en kinderen naar Ingooigem terug. In de herfst van hetzelfde jaar werd onder de titel Mijn rijwiel, waarin opgenomen Hoe men schrijver wordt in boekvorm uitgegeven.
​
Op 24 februari 1916 werd dochter Dina geboren.
​
Dina zal model staan voor Prutske, de hoofdfiguur uit het gelijknamige boek dat Streuvels enkele jaren later over haar kleuterjaren zal schrijven. Voorlopig echter kwam hij niet aan ernstig literair werk toe. De ontreddering die de oorlog met zich bracht, belette hem creatief aan de slag te gaan. Met de bedoeling van het oude volksverhaal Genoveva van Brabant een herschepping te schrijven documenteerde hij zich uitvoerig.
​
Op 26 oktober 1918 werd Ingooigem door de Engelsen bevrijd. Het Lijsternest was door de beschietingen erg beschadigd, zodat het onbewoonbaar was. De familie vluchtte, eerst naar Kortrijk bij dokter Lauwers en enkele dagen later naar Moeskroen bij burgemeester Den Reep, een oom van mevrouw Lateur.