top of page

Polemiek rond Streuvels’ oorlogsdagboek

bio_polemiek_clip_image002.jpg

In oorlogstijd, augustus 1914, 2e druk.

Er werd Streuvels vooral verweten in zijn dagboek (In oorlogstijd) niet elke Duitse bezetter als een baarlijke duivel had afgeschilderd en, erger nog, zich positief uitgelaten te hebben over enkele op het Lijsternest ingekwartierde Duitse officieren.

Bijzonder actief bij het aan de kaak stellen van Streuvels’ ‘Duitsgezindheid’ was de naar Nederland gevluchte dichter en streekgenoot van Stijn Streuvels René De Clercq (Deerlijk 14 nov. 1877 – Maartensdijk 12 juni 1932). De Clercq die toen nog Belgischgezind was, maar later (in 1917), naar België zou terugkomen om in de activistische beweging een niet onbelangrijke rol te gaan spelen, publiceerde in maart 1915 onder de titel Onder den Helm, in De Vlaamsche Stem (van 21 maart 1915) een scherp gedicht.

‘Geen vriendschap, geen vriendschap,
Geen vriendschap onder den helm!
Wie met hen hand in hand kan staan
Is in het hart een schelm’.

(Keervers van Onder de helm)

Algemeen, ook door Streuvels, werd aangenomen dat De Clercqs bijtend gedicht in het bijzonder tegen Streuvels was gericht. Later ontkende De Clercq dit. In een (nog) niet gepubliceerde notitie die in handschrift bij het Archief en Museum voor het Vlaams Cultuurleven (Antwerpen) berust, schreef hij: ‘Om der waarheid wille houd ik er aan te verklaren dat mijn stuk niet gericht was tegen Stijn Streuvels, en lang geschreven voor ik het eerste nummer uit het Oorlogsdagboek met een opdracht van den schrijver ontving’. Het gedicht kwetste Streuvels echter diep.

Ook Streuvels’ eerste biograaf André de Ridder, met wie onmin was ontstaan nadat Streuvels zich nogal negatief had uitgelaten over De Ridders’ biografie, liet zich niet onbetuigd bij het verdacht maken van Streuvels' oorlogsdagboek. Er verschenen een paar clandestiene brochures van Janus Droogstoppel (pseudoniem voor Jozef Buerbaum) en nog vele andere artikels van diverse auteurs in kranten en tijdschriften, waarin Streuvels op de korrel werd genomen.

Er kwamen ook verdedigers van Streuvels aan het woord en ook Streuvels zelf liet zich verleiden tot het sturen van verantwoordingen naar enkele kranten.

Terugdenkend aan die polemiek, schreef hij in Ingoyghem II:

‘Achteraf spijt het mij daar ooit mijn gemoedsrust voor te hebben laten storen (…), in oorlogstijd mag de waarheid niet verkondigd worden. Die ondervinding heb ik ermede opgedaan: dat in oorlogstijd de waarheid niet mag verkondigd worden. En wel en vooral omdat de vaderlandsliefde het vereist.’

In het voorjaar van 1916 besloot Streuvels, tot spijt van zijn uitgever, de publicatie van zijn oorlogsdagboek stop te zetten

bottom of page