Een vreemde dag. Stijn Streuvels’ ‘De blijde dag’.
onder redactie van Marcel De Smedt
Jaarboek 25 van het Stijn Streuvelsgenootschap 2019.
Kortrijk: Stijn Streuvelsgenootschap, 2019. - 277 p.
Van Roubaix naar Heule
Het ‘Streuvelshuis’, ‘Heuleplaats’ nr. 9 (foto P. T., 2000).
Camiel Lateur en Louise Gezelle trouwden op 5 juni in Roubaix (F).
Korte tijd later werd een dochtertje geboren, Marie Louise. Een paar weken oud overleed dit eerste kind. In Roubaix werden nog twee kinderen geboren, Marie Elise (ook Amandine of Lisa genaamd) op 21 mei 1866 (+ 1950) en Camille Henri (die eveneens voortijdig overleed) op 5 januari 1869 (+1870).
Na een korte omzwerving langs Tourcoing (F), vluchtte het gezin bij het uitbreken van de Duits-Franse oorlog naar Vlaanderen, meer bepaald naar Heule. De familie werd er op 15 april 1871 in het Heulse bevolkingsregister ingeschreven. Dat Camiel en Louise naar Heule vluchtten, was geen toeval. Louise had er een tante wonen, Stanse (Marie Constance) Gezelle, een zuster van haar vader. Haar man Charles De Deurwaerder was onderwijzer en later ook gemeenteontvanger. Hij hield een kostschool in de Krakeelhoek, de huidige Peperstraat. Bij Stanse de Deurwaerder-Gezelle kregen Camiel en zijn gezin, in afwachting van het vinden van een geschikte woning, voorlopig onderdak.
Na enkele weken vestigde de familie zich in een klein huurhuis langs de steenweg op Kortrijk, ter hoogte van de wijk ‘Leiaarde’. Het is in dat huisje dat Stijn Streuvels geboren werd. Later werd deze bescheiden woning, samen met het al even kleine huisje ernaast, verbouwd tot een statig herenhuis.
Aan de gevel van deze woning, nu Kortrijksestraat 132, is een gedenkplaat Stijn Streuvels aangebracht. In de oorspronkelijke uitgave van Heule (1942) is een door Stijn Streuvels genomen foto (nr. 2) van ‘Het geboortehuis’ opgenomen.
Onmiddellijk na aankomst aan de Leiaarde startte vader Camiel een zelfstandige kleermakerszaak. Spoedig werd uitgekeken naar een voor het uitoefenen van zijn beroep meer centraal in het dorp gelegen woning.
In de loop van een 8-tal jaren verhuisde de familie drie keer.
Uiteindelijk vestigde het gezin zich definitief op het dorpsplein ‘Heuleplaats’ (huidig nr. 9). Ondertussen werden nog twee kinderen geboren: Karel, de latere beeldhouwer (1873-1949) en Marie Philomena, die non zou worden (1877-1946)