Een vreemde dag. Stijn Streuvels’ ‘De blijde dag’.
onder redactie van Marcel De Smedt
Jaarboek 25 van het Stijn Streuvelsgenootschap 2019.
Kortrijk: Stijn Streuvelsgenootschap, 2019. - 277 p.
Openlucht en Stille avonden
Stijn Streuvels in 1902 (foto Richard van Dorpe, PBC-Brugge)
In anderhalf jaar werden drie nieuwe bundels kortverhalen uitgebracht. Openlucht en in november Stille avonden. Beide bundels werden samengesteld uit schetsen waarmede Streuvels zelf niet hoog opliep. De verhalen waren oorspronkelijk bestemd om in De Telegraaf te verschijnen, ‘omdat ze me daar lang zaagden om iets te krijgen, en omdat ik liefst heb dat zulke dingen alhier niet gelezen worden’ schreef hij op 6 mei 1903 naar De Bom. In werkelijkheid verscheen slechts één van de tien in de bundels opgenomen schetsen, Een lustige begraving in De Telegraaf (van 7 maart 1903).
​
Wat Openlucht betreft is André Demedts het met Streuvels eens: ‘De minst belangrijke bundel uit deze periode is Openlucht’ schrijft hij op p. 157 van zijn biografie (Stijn Streuvels, een terugblik op leven en werk’, Brugge, Orion-Desclée De Brouwer, 1971, 387 p). En verder concludeert hij: ‘De algemene strekking toont aan dat de evolutie in Streuvels’ levensbeschouwing naar meer openheid en blijheid verder gaat. Dat blijkt reeds uit de twee verhalen Zonder dak (1904) en Grootmoederken (1904) die nochtans het dichtst aansluiten bij het werk uit zijn donkere periode’. Demedts alludeert hier op het overwegend pessimistische, neerdrukkende karakter, dat het werk van vóór De vlaschaard kenmerkt.
​
Demedts typeert de vijf verhalen uit Stille avonden:
​
‘In Stille avonden overheerst kleur en klank van de idyllische pastorale. De titel is goed gekozen. (…). De zwaarte van een sombere arbeidsdag schijnt voorbij, de macht van het noodlot vergeten, beproevingen en lijden zijn vervaagd. Wat overblijft is de vrede van de avond, door een glans van weemoed verguld.’ (p. 161) .Streuvels aanziet de schetsen uit Stille avonden als het afscheid van Avelgem:
​
'… ingetogen afscheid aan mijn oude omgeving, aan het leven van het grote dorp, aan het ouderlijke huis en aan mijn kleine kamer, waar mijn eerste schetsjes geboren werden. (…). Het afscheid, het vaarwel, de innige groet aan alles wat me daar omringd heeft … toen ik schrijver werd.’ (In: Hoe men schrijver wordt)
​
Zowel Openlucht als Stille avonden werd uitgegeven door de kleine Rotterdamse uitgeverij Meindert Boogaerdt jr. Voor ’t eerst was Streuvels zijn vaste uitgever L.J. Veen ontrouw. Dit leidde tot wat irritatie in de relatie met Veen.
​
Nog in 1905 verscheen Grootmoederken dat eerder opgenomen was in Openlucht in een aparte uitgave. Later werkte Streuvels dit verhaal om tot een toneelspel.