top of page

Hugo Verriest

bio_hugo_verriest.jpg

Portret van Hugo Verriest getekend door Jan Toorop. (foto AMVC-Letterhuis).

Hugo Verriest was afkomstig van Deerlijk waar hij in 1840 geboren werd. Hij overleed in Ingooigem in 1922. Hij was priester (1864), eerst leraar te Brugge (1864–1867), daarna aan het kleinseminarie te Roeselare (1867–1877), waar hij 1875–1876 Albrecht Rodenbach als leerling had. Hij speelde in die jaren de rol van Vlaams agitator, hij was hevig Vlaamsgezind, die de leuze ‘dat volk moet herleven’ in West-Vlaanderen lanceerde en het nationaal ferment legde in Rodenbach en de Blauwvoeterij. Zijn leerlingen, op wie hij een grote invloed uitoefende, hield hij naar het voorbeeld van zijn vroegere leermeester Guido Gezelle een ideaal van vrijheid, natuur, persoonlijkheid en christelijke levensbeschouwing voor, maar in de context van zijn zin voor grootmenselijkheid en geestelijke ruimheid.

​

In 1877 werd hij directeur van een nonnenklooster te Heule, in 1878 principaal van het college te Ieper, in 1888 pastoor te Wakken en in 1895 te Ingooigem; hij ging met emeritaat in 1913. Bij die gelegenheid werden in Ingooigem grootse Verriestfeesten opgezet. Stijn Streuvels was penningmeester van het inrichtend comité.

​

Stijn Streuvels ontmoette Hugo Verriest voor ’t eerst te Avelgem in de ouderlijke bakkerij toen hij er geregeld op bezoek kwam. Verriest was een bewonderaar van het werk van Stijn Streuvels. In 1901 was hij een van de twintig Vlaamse figuren die Verriest in zijn boek Twintig Vlaamsche koppen vereeuwigde. Toen Streuvels in 1905 naar Ingooigem ging wonen, ontstond met de pastoor een nauwe vriendschap. In 1951 wijdde Streuvels op zijn beurt in Ingooighem I enkele bladzijden aan Hugo Verriest.

​

Verriest had een meer uitgesproken politiek temperament dan Gezelle, steunde de studentenbeweging in West-Vlaanderen, waarvan hij van 1877 tot 1881 het tijdschrift De Vlaamsche Vlagge leidde, richtte in zijn Ieperse tijd de geheime pressiegroep ‘De Swighenden Eede’ op en stichtte met E. Lauwers en A. Depla het christen-democratische weekblad De Nieuwe Tijd (1896–1901), dat behalve aan letteren en kunst ook aan de sociale en economische toestand grote aandacht wijdde.

​

Zijn literair werk bestaat uit niet gebundelde gedichten, krachtige modellen van synthetische portretkunst, en prozaschetsen met impressionistische flitsen.

​

Als gevierd causeur was Verriest zowel in Nederland als in Vlaanderen beroemd. In Nederland vooral sprak hij veelvuldig over het werk en de persoon van zijn leermeester Guido Gezelle.

​

Werk van Hugo Verriest: (o.a.): Regenboog uit andere kleuren (1899); Drie geestelijke voordrachten (1900); Twintig Vlaamsche koppen (1901); Op wandel (1903); Voordrachten (1904).

​

(cf. : Encarta® - Encyclopedie - Winkler Prins © 1993-2002 Microsoft Corporation/Het Spectrum).

bottom of page