top of page

Émile Zola

bio_zola_clip_image002.jpg

Emile Zola, (Parijs 2 april 1840 – aldaar 28 sept. 1902), Frans schrijver, was de zoon van een ingenieur van Italiaanse afkomst die zich had geruïneerd met plannen voor de watervoorziening van Aix, de stad waar Émile zijn jeugd doorbracht. Na enkele jaren van armoede trad hij in dienst van de uitgeverij Hachette. Hij debuteerde als lyrisch dichter met meer dan 10 000 verzen in de stijl  van Victor Hugo en schreef feuilletonromans als La confession de Claude (1865). Van geheel andere aard is zijn roman Thérèse Raquin (1867; toneel 1873), een van de meesterwerken van het naturalisme, waarin hij vooral onder invloed van Hippolyte Taine op quasi-wetenschappelijke wijze de wetten van erfelijkheid en milieu wilde toepassen in de literatuur. Zijn volgende roman, Madeleine Férat (1868), vertoont dezelfde opzet en schokte de critici door zijn realisme. Uit deze tijd stamt de term naturalisme, die binnen tien jaar een hele literaire school zou gaan benoemen.

​

Geïnspireerd door Balzac ontwierp hij het plan voor een romanserie, Les Rougon-Macquart, waarvan het eerste deel in 1870 als feuilleton gepubliceerd werd en in boekvorm verscheen onder de titel La fortune des Rougon (1871). In de twintig delen van deze ‘histoire naturelle et sociale d’une famille sous le Second Empire’ liet hij alle sociale aspecten van zijn tijd de revue passeren: de provincie, het boerenbestaan, de geldhandel, de politieke wereld, de arbeiders, de burgers, de hallen, de magazijnen, de spoorwegen, de artiesten, de prostitutie. Hij documenteerde zich ter dege, maar uitte zich meer en meer als dichterlijk, visionair kunstenaar, uitblinkend in de schildering van massabewegingen; terecht beroemd werd de beschrijving van een optocht van stakende mijnwerkers in Germinal (1885). Zijn sterk visuele instelling kwam vanaf 1888 ook tot uiting in de passie en de bekwaamheid waarmee hij zich wijdde aan het maken van fotoreportages. Een van zijn beste boeken werd L’assommoir (1877), waarin naast de schildering van een arbeidersmilieu ook de indringende wijze opvalt waarop de vervreemding van een alcoholicus wordt weergegeven.

​

In zijn later werk maakte het naturalistische pessimisme plaats voor een lyrisch optimisme en geloof in de mythische krachten van de arbeid en de vruchtbaarheid van de natuur.

​

Grote bekendheid kreeg Zola door zijn optreden in de Dreyfus-affaire, in het bijzonder door de publicatie in L'Aurore (13 jan. 1898) van de Lettre au Président de la République, wereldberoemd geworden onder de titel J'accuse, die leidde tot zijn veroordeling, waarna hij, zonder de uitspraak in hoger beroep af te wachten, in juli uitweek naar Groot-Brittannië. In juni 1899 keerde hij terug; hij werd als een held geëerd en ook zijn werk kreeg uiteindelijk algemene erkenning. Zijn stoffelijke resten werden bijgezet in het Panthéon. Sinds 1922 verschijnt een Bulletin de la Société des amis d’Émile Zola.

​

(Encarta® - Encyclopedie - Winkler Prins © 1993-2002 Microsoft Corporation/Het Spectrum).

bottom of page