Een vreemde dag. Stijn Streuvels’ ‘De blijde dag’.
onder redactie van Marcel De Smedt
Jaarboek 25 van het Stijn Streuvelsgenootschap 2019.
Kortrijk: Stijn Streuvelsgenootschap, 2019. - 277 p.
Postuum verschenen uitgaven
Uit lust-met-de-penne, enige uitgave, 1982
In 1970 verscheen In den voorwinter in de vorm van een nieuwjaarswens die de provinciale overheid van West-Vlaanderen naar provinciegenoten stuurde die in het buitenland resideerden. In den voorwinter was de allereerste van zijn schetsen die Streuvels in april 1895 (onder de titel November-Idylle en onder de schuilnaam ‘Pïjm’) in het tijdschrift De Jonge Vlaming gedrukt zag. In den voorwinter werd in 1899 opgenomen in Lenteleven.
​
Een jaar later werd de integrale versie van een voordracht die Streuvels op 16 mei 1954 te Brugge hield, uitgegeven onder de titel Hoe ik Brugge gezien en beleefd heb (1971).
​
In 1972 verscheen bij uitgeverij Lannoo een facsimile van Onze Streek,, een nauwkeurige reconstructie van een van de talrijke stukjes uit zijn vroeger werk die Streuvels, meestal in de jaren 1940, in handschrift op kwaliteitspapier kopieerde en in een bandje liet inbinden.
​
Uit lust-met-de-penne, een bundeling van bijdragen die voorheen in allerlei publicaties (kranten en tijdschriften) verschenen waren en die later nooit in apart uitgegeven werk van Streuvels werden opgenomen, verscheen in 1982.
​
Kinderlectuur (1988) is een fragment uit het hoofdstuk dat onder dezelfde titel in Herinneringen uit het verleden (1924)was verschenen en dat net als In den voorwinter (zie hierboven) door het provinciaal bestuur naar West-Vlamingen in het buitenland werd gestuurd.
​
Met de bibliofiele uitgave Nulla dies sine linea. Uit het dagboek van Stijn Streuvels (1989) verscheen het voorlopig laatste werk van Stijn Streuvels. In Nulla dies sine linea. Uit het dagboek van Stijn Streuvels zijn dagboekfragmenten opgenomen.