top of page

Torie Mulders

bio_torie_mulders_clip_image002.jpg

De woning van Valerius de Saedeleer en de windmolen van Torie Mulders op de Tiegemberg (foto, P.T.)

bio_torie_mulders_clip_image004.jpg

Staf Stientjes en Stijn Streuvels (foto met dank aan ‘t Vossenhol

Vanuit zijn grote raam had Streuvels een panoramisch zicht op de landelijke omgeving met in de achtergrond de windmolens boven op de Tiegemberg. Een van die molens was eigendom van de legendarische boer-molenaar Hector Vindevogel (1883-1961), beter gekend onder zijn roep- en schrijversnaam Torie Mulders. Streuvels was goed bevriend met zowel Torie Mulders als Staf Stientjes (1883-1974) – de eveneens te Tiegem wonende kunstschilder en uitbater van het lusthof ‘’t Vossenhol’– en de Vlaamse componist Alfons Moortgat (1881-1962). Ook de kunstschilder Valerius de Saedeleer (1867-1941) die een tijd lang (van 1908 tot 1914) op de Tiegemberg woonde, behoorde tot de selecte vriendengroep. Torie Mulders was een gedegen windmolenkenner en schreef over deze materie een nu nog erg gewaardeerd boek De windmolens tussen Schelde en Leie. In 1945 schreef hij over zijn belevenissen tijdens de twee wereldoorlogen zijn boek Honderd jaar dorpskroniek van Tieghem. Onder de titel Stand schreef hij nog een lijvige roman, maar hij slaagde er niet in, alhoewel hij als voorzitter van het plaatselijke Davidsfonds bij deze uitgeverij pogingen ondernam, om voor zijn boek een uitgever te vinden. Op 29 augustus 1936 werd Staf Stientjes en Stijn Streuvels (foto met dank aan ‘t Vossenholtijdens de opnamen van de film Het kwade oog (naar een scenario van Herman Teirlinck) Torie Mulders’ oude (en vervallen) molen omgetrokken. Stijn Streuvels had een en ander met Torie afgesproken op verzoek vanzijn vriend Herman Teirlinck. ‘De vernieling van Torie Mulders’ windmolen was een spijtige zaak en is achteraf door alle betrokkenen erg betreurd.’ (P. Mattelaer De terechtstelling van twee onschuldigen, in De Leiegouw, 23(1991)3-4, november, blz. 227-242).

​

Na de oorlog werd Streuvels wegens het in volle oorlog (1942) laten verfilmen van zijn Vlaschaard van collaboratie beticht. Hij redde zich door te verklaren, daarbij gesteund door Torie Mulders die in zijn boek Honderd jaar dorpskroniek van Tieghem (1945) Streuvels’ uitleg bevestigde, dat de afspraak met de filmmaatschappij reeds van voor de oorlog dateerde.

bottom of page