top of page

De moeder van Stijn Streuvels

bio_moeder_louise_edited.jpg

Louise Gezelle, moeder van Stijn Streuvels en zuster van Guido Gezelle (foto PBC-Brugge)

Moeder Louise Gezelle (1834-1909) trok, gelijk zo velen uit het arme Vlaanderen van die tijd, naar Noord-Frankrijk om er in de bloeiende textielregio rond Rijsel, net ‘over de schreve’, als naaister in Roubaix aan het werk te gaan. Daar maakte ze kennis met de uit Avelgem afkomstige Camiel Lateur, met wie zij op 5 juni 1865 te Roubaix trouwde. In tegenstelling tot haar moeder Monica Devriese, die een zeer gesloten en eigenzinnig karakter had, was Louise eerder extravert, net haar vader. 

​

Streuvels getuigt over zijn moeder:

‘Moeder had een blijgeestig en opgewekt karakter; zij was welbespraakt, rad van tong en haar grootste genoegen bestond er in met iemand gezellig te praten. Zij was ‘verslaafd aan boeken lezen.’

​

Louise sprak goed Frans (dat had ze in Roubaix geleerd), schreef brieven en waagde zich al eens aan een gedicht. Bovendien kon zij fantastisch vertellen. Zij beredderde het huishouden en deed de financies, zij onderhield het contact met de klanten van de kleermakerij in Heule en later van de bakkerij in Avelgem. Zij was bazig en nam de belangrijke beslissingen, dus ook wat betrof de toekomst van haar kinderen. Zij was erg op haar eer gesteld en zoals elders reeds aangehaald, bijzonder bezorgd om een zekere ‘stand’ hoog te houden.

Zij was trots op haar afkomst, zij pronkte met haar twee broers priesters ‑ onder wie Guido Gezelle, die in Kortrijk onderpastoor was, met haar zuster Florence die non was in het klooster te Heule, en met haar broer Romain, de vermaarde Brugse vuurwerkmaker die jaarlijks in Heule het kermisvuurwerk kwam afschieten.

Moeder stond ver boven de gewone buurvrouwen van de straat, neen, we waren niet van de gewone soort en voornamer dan ons weerga’, schrijft Streuvels in Kroniek van de familie Gezelle. Dankzij haar voornaamheid en ontwikkeling kon zij goede kontakten onderhouden, met o.a. mevrouw Lagae, de echtgenote van de notaris op het kasteel, en ‘met voorname lui in Kortrijk’.

De kleine Frank had een veel hechtere band met zijn moeder dan met zijn vader. ‘Met moeder was onze omgang veel vertrouwelijker; zij was onze toevlucht in alle nood en van haar kregen wij ook de dag door aanspraak’, schrijft Streuvels in Heule (1942).

Zij stierf te Assebroek-Steenbrugge op 13 februari 1909, ‘plots en zonder doodsstrijd’.

​

‘Toen ik er bij kwam lag zij op haar bed met een uitdrukking op het gelaat, gelijk ik haar nooit gezien had, een uitdrukking van zware ernst, kwaad, gesloten ‑ identiek dezelfde van het masker van haar broer Guido, gelijk ik hem gezien had op zijn sterfbed.’

bottom of page