Een vreemde dag. Stijn Streuvels’ ‘De blijde dag’.
onder redactie van Marcel De Smedt
Jaarboek 25 van het Stijn Streuvelsgenootschap 2019.
Kortrijk: Stijn Streuvelsgenootschap, 2019. - 277 p.
Jantje Verdure
Jantje Verdure, aparte uitgave (1943): openingsspagina
De novelle Jantje Verdure is zonder twijfel het beste van alle verhalen die Streuvels in zijn geboortedorp situeerde. De romanfiguur Jantje Verdure is geïnspireerd op het echte Jantje Verdure, het bakkertje dat op de dorpsplaats samen met zijn ‘wijf’ Treze en hun kreupele dochter Irmaatje, een bakkerij openhield. Begin 1887 was Streuvels door de bemiddeling van zijn moeder korte tijd bij Jan Verdure in de leer geweest.
In Avelghem schreef Streuvels: ‘Jantje kende ik als een braaf, gemoedelijk stil mannetje, maar met Theresia, zijn vrouw, was het anders gesteld – daarmede was ik minder in mijn schik, want over heel het dorp had zij de reputatie van kwade heks’.
Maar hij zegt ook:
‘Van Theresia heb ik niet te klagen gehad; ik hield mij ten andere stipt aan de reglementen, wist waarop zij gesteld was en voerde al de bezigheden uit die zij mij buiten het werk in de bakkerij oplegde. Mijn omgang met Jantje verliep er in 't gemoedelijke; hij was tevreden met mijn gezelschap, overvoerde mij niet met werk en stelde er behagen in mij met de secreten van het ambacht in te wijden; hij hield niets verdoken, integendeel: dingen die hij om beterswil voor Theresia moest verborgen houden, liet hij mij zien’.
En hij verduidelijkt nog: ‘'t Geen verder over Jantje Verdure, over Theresia, over Irmatje en over de bakkerij te zeggen valt, heb ik, enigszins geromanceerd, beschreven in het boek dat Jantje Verdures naam draagt’.
Jantje Verdure verscheen in 1903 in voordruk in drie afleveringen van het maandblad Vlaanderen, (1(1903), p. 433-468, oktober; 481-500, november. 529-548, december). De novelle is opgenomen in de bundel Dorpsgeheimen (1904).
In de novelle gebruikte Streuvels niet alleen de echte namen, maar hij gaf ook een exacte beschrijving van de fysieke Jan Verdure, zijn echtgenote en hun dochter. De situering van het verhaal strookt bovendien met de werkelijkheid en ook de karakterontleding van de hoofdfiguren is treffend. Streuvels heeft een en ander nog wat aangedikt en ‘er een kapstok van gemaakt waaraan een boel ideeën zijn opgehangen’, schrijft Hedwig Speliers in Omtrent Streuvels (p. 94), ‘om het verhaal krachtiger te maken, en om de geschiedenis wat meer psychoanalytische diepgang te geven’. Enkele maanden na het verschijnen van Dorpsgeheimen dreigde de ‘cavalier‑servant’ (zoals Streuvels hem in Avelghem noemde) van Irmaatje tegen Streuvels een proces aan te spannen wegens laster. Na de interventie van de Heulse burgemeester werd de zaak zonder gevolg afgevoerd.
In het verhaal wordt Jantje, een stil en onbenullig mannetje, voortdurend door Treze gekleineerd. Haar dochter Irmaatje, die gebrekkig was en een al even rotkarakter had als haar moeder, wordt door Jantje op handen gedragen. Wanneer Irmaatje door Treze naar een kostschool wordt gestuurd, heeft Jantje niemand meer. Het geterg van Treze is zo mateloos dat Jantje erdoor ‘van den duivel bezeten wordt’. Het demonische in hem ontwaakt, hij is veel slechter dan iedereen hem kent. Hij geraakt in een droomwereld van onevenwichtigheid en ziekte. Wanneer Treze overlijdt, neemt Irmaatje haar rol over, zodat Jantje uiteindelijk kompleet gek wordt. Hij overlijdt ten slotte, al vloekend en ‘slechte redens’ uitkramend.
Jantje Verdure is misschien niet de bekendste, maar toch zeker een van de belangrijkste romans van Stijn Streuvels. Speliers schrijft in Omtrent Streuvels (p. 93-94):
‘Zonderlinge, grootse roman (verhaal) van de dubbelfiguur Jantje Verdure; verhaal dat evolueert van noterend realisme, over (diepte)psychologische analyse, naar een door ironie en sarcasme gekruide fantastiek’. ‘Jantje Verdure is wel het compleetste personage uit geheel Streuvels' werk.’
En verder nog: ‘Daarenboven is Jantje Verdure wellicht een der sterkste stukken in onze literatuur, waarin de menselijke eenzaamheid wordt behandeld’.