top of page

Tussentijd (1907-1914)

bio_tussentijd_clip_image002.jpg

Ingooigem, 13 augustus 1913. Hugo Verriest-hulde. V.l.n.r.: Hugo Verriest, August Vermeylen en Emmanuel de Bom (foto PBC-Brugge)

In de jaren na De vlaschaard scheen de inspiratie van Streuvels wat opgedroogd. Hij schreef hoofdzakelijk wat kleiner werk, maakte wat vertalingen en deed de redactie van een voor ‘grote en kleine kinderen’ bestemde herwerking van het eerste boek van het Reinaertverhaal.

​

Sporadisch verraadden titels als De blijde dag (1909), De boomen (1909) en het succesvolle kerstverhaal Het kerstekind (1911) toch de hand van de meester. De blijde dag werd opgenomen in de bundel Najaar I (1909) die gelijktijdig met Najaar II werd uitgegeven. In Najaar II werden drie titels opgenomen, De boomen, Jacht en De aanslag.

​

Op 4 januari 1909 werd zoon Paul geboren en op 12 februari van hetzelfde jaar overleed Streuvels’ moeder (Louise Gezelle) in Assebroek (Brugge).

​

Op 13 mei 1911 ontving Streuvels voor de tweede keer de Vijfjaarlijkse staatsprijs voor Vlaamse Letterkunde, wat niet bij iedereen in goede aarde viel.Er ontstond een heftige discussie omdat sommigen betreurden dat de prijs niet naar Cyriel Buysse was gegaan.

​

In 1911 verscheen Hoe men schrijver wordt in overdruk uit De Tijdspiegel.

​

Vanaf november 1912 werkte hij aan het meest volumineuze boek uit zijn œuvre: Dorpslucht (1914). Deze (voor sommigen te) lang uitgesponnen roman kwam er op aandringen van zijn uitgever L.J. Veen die, terend op Stijn Streuvels’ naambekendheid, op een commercieel succes uit was.

​

Op 17 augustus 1913 werd Hugo Verriest op grootse wijze gehuldigd in Ingooigem. Meer dan 15.000 mensen, waaronder vele prominenten, zorgen voor een in Ingooigem niet eerder geziene volkstoeloop. Streuvels was penningmeester van het organiserend comité. 

bottom of page