top of page

Emmanuel de Bom, vriend en mentor

bio_emmanuel_de_bom_clip_image002.jpg

Emmanuel de Bom. (foto G. Gyselynck, verzameling P.T.).

Spoedig na de eerste ontmoeting ontstond er een drukke correspondentie tussen Stijn Streuvels en Emmanuel de Bom. Streuvels was openhartig in de correspondentie en De Bom apprecieerde dit als een blijk van vertrouwen. Al in zijn eerste brief (13 juli 1896) zegt Streuvels: ‘’k Gelove dat ge mij een buitengewone goede raadgever zoudt zijn’. De Bom zal dan ook, zeker bij het debuut van Streuvels, zijn correspondent met raad en daad bijstaan.

​

Emmanuel de Bom (1868-1953) was te Antwerpen in de afdeling onderwijs bij de gemeentelijke overheid tewerkgesteld. Gelijktijdig was hij freelance journalist en medewerker aan diverse culturele en literaire tijdschriften. In 1891 werd hij hulpbibliothecaris in de Antwerpse stadsbibliotheek. Samen met de Brusselaar August Vermeylen, Prosper van Langendonck en Cyriel Buysse stichtte hij Van Nu en Straks. De Bom maakte naam als publicist en in 1898 gaf hij zijn roman Wrakken uit. Ondertussen maakte hij zich vooral verdienstelijk als begeleider van jonge literatoren als Stijn Streuvels en Karel van de Woestijne. In 1911 werd hij hoofdbibliothecaris te Antwerpen. Ondertussen publiceerde hij heel wat. Bekend van hem is het boek Het levende Vlaanderen (1917), een bundeling van krantenartikelen en een vervolg erop: Nieuw Vlaanderen, Kunst en Leven (1925). Na de Eerste Wereldoorlog werd hij als bibliothecaris uit zijn ambt ontheven tot 1926. In 1928 bewerkte hij Streuvels’ Het woud tot een woud-legende in drie handelingen die onder de naam van het hoofdpersonage Swane (1928) werd uitgegeven. Swane werd in 1933 voor het eerst als zangspel opgevoerd in de Koninklijke Opera van Antwerpen. Verder schreef hij nog kritisch werk als William Morris en zijn invloed op het boek (1905), Peter Benoit, een levensbeeld (1917), en Dagwerk voor Vlaanderen (1928). Hij overleed te Kalmthout 14 april 1953. Tijdens een chaotische veiling in zijn landhuis Huize ten Heuvel werd zijn archief openbaar geveild. In 1959 schreef Ger Schmook in een verslag over deze veiling: ‘[…] er komt een pak ‘nota’s over Streuvels plus correspondentie’ op de proppen. Er ontstaat beweging in de gelederen: er is competitie door drie, vier, vijf biedingen. Reeds zwijgen de antiquaren, disciplinair. Na 500 F. blijven twee stemmen over: de kerkfabriek en het AMVC. Bij 700 F. is het pleit beslecht in het voordeel van de stad (= AMVC, P.T.)

bottom of page